Interview: Armin Mola

Hoe kijk je naar je vaderland

Armin Mola is acteur, rapper, songwriter en studeert Drama aan het KASK in Gent. Met de voorstelling ‘I love and hate you, Iran’ toert hij langs Vlaamse en Nederlandse zalen en scholen. Zijn heel persoonlijke verhaal over het fictieve personage Dariush Omidi raakt jong en oud. 

Hoe is je haat-liefdeverhouding met Iran gegroeid? 

Mijn broer was zes toen we van Iran naar België vluchtten, maar ik was pas één jaar oud. Hij heeft het dus veel bewuster meegemaakt. Voor mij was het gemakkelijk om hier te wonen, maar voor mij ouders, en in mindere mate voor mijn broer, was het wel heel moeilijk.

Mijn ouders lieten me al heel vroeg kennismaken met Perzische liedjes. Zo leerde ik veel Iraanse classics en popsongs van buiten. Na een tijdje begon ik ook te dansen: Michael Jackson, hiphop, Iraanse dansen… De liefde voor de kunst en cultuur van Iran, voor de warme, gastvrije mensen: die is er altijd. Maar ik haat de situatie waarin mijn familie in Iran moet leven, de straffen die het regime oplegt voor zaken die wij hier in België doodnormaal vinden, de strengheid en het opgesloten gevoel. 

Tijdens het uur dat ik speel, dans, spreek en zing, vertel ik het verhaal van Dariush Omidi, die al die dingen constant in zich draagt. Hij benoemt ze niet per se als haat of liefde, maar het publiek voelt dat het bijna altijd een mix van de twee is. 

Ben je nog teruggekeerd naar Iran?

Ja, enkele keren. Ik denk niet dat dat nu nog zou kunnen of mogen. De laatste keer was ik achttien, en nu ik er bij stilsta: dat is al een hele tijd geleden, ik mis het land echt heel hard. Ondertussen is er veel veranderd. Ik volg het nieuws in de krant en social media. Van mijn familie moet ik geen updates verwachten, zij praten niet graag over miserie. Ik weet niet of dat typisch Iraans is, maar ik ken wel veel Iraniërs die net hetzelfde doen. 

De mensen zien er nochtans echt af. Zo zijn de prijzen heel wisselvallig: de ene keer betaal je drie euro voor een pot yoghurt, de andere keer is dat tien euro. Niet iedereen leeft er in rijkdom, integendeel. Maar als ik mijn familie vragen stel, dan hoor ik al gauw: maar hoe gaat het met joú, in België? Ga je er naar leuke feestjes? Ben je nog op tv gekomen, vragen ze nog naar selfies met jou?  

Heb je de voorstelling voor jezelf gemaakt, of wil je mensen bewust maken van wat het is om te vluchten? 

De eerste, kleine versie van ‘I love and hate you, Iran’ maakte ik in 2019-2020 als afstudeerproject aan het Lemmensinstituut in Leuven. Ik was van plan om ‘Hamlet’ of een ander stuk van Shakespeare in een modern jasje steken. Maar mijn leerkracht en coach Astrid Ogiers zei me: doe iets met wat je Iran hebt meegemaakt, daar vertel je met zoveel passie over! Toen besefte ik dat ik onwijs geïnteresseerd ben in de cultuur en de mensen, en heel wat te vertellen heb. Zo vergeleek ik me voortdurend met mijn twee jaar oudere neef, die ondertussen overleden is: hoe ik mijn puberteit beleefde, begon uit te gaan en te daten… In Iran maak je dat op bijna dezelfde manier mee, maar dan met heel andere regels en beperkingen. 

Mijn monoloog is dus een soort persoonlijk, familiaal onderzoek. Ik denk dat veel mensen, ongeacht hun kleur, afkomst of leeftijd, zich in het personage kunnen vinden. Als ik hen kan wakker schudden met mijn verhaal, dans of rap, dan is dat zo - maar dat is niet mijn doel. 

Hoe reageert het publiek op je voorstelling? 

Na enkele voorstellingen tijdens de coronaperiode liet Fabuleus me rondtoeren langs theaterzalen. Ik had er vertrouwen in dat het goed zou gaan, maar de vele staande ovaties en lieve reacties hebben me volledig verbluft. Veel jongeren vertelden me na de voorstelling: “uw verhaal voel ik zo hard, dat is echt mijn wereld.” Dat raakte me heel erg, ik heb enkele een traantje moeten wegpinken. 

Heb je mooie toekomstplannen? 

Ja, ik ga meespelen in een opera onder leiding van Thomas Bellinck voor Opera Ballet Vlaanderen. Daar ben ik onwijs dankbaar voor! Bovendien blijf ik rondtoeren met ‘I love and hate you, Iran’. Ik hoop zo veel mogelijk verschillende dingen te doen, en dat is nu aan het lukken. Meer van dat in 2025, 2026, tot ik er bij neerval! Ik wil ook héél graag opnieuw muziek uitbrengen onder de naam R-Mind — en niet enkel voor anderen, ook voor mezelf.

Tekst: Lien Vanreusel
 

Armin Mola (fABULEUS) 
I love (and hate) you, Iran

donderdag 23 januari 2025 - 20.15 uur