Interview: Roos Rebergen

Interview: Roos Rebergen
Liedjes uit noodzaak
Al vijftien jaar en vijf albums lang trekt Roos Rebergen met haar indieband Roosbeef langs clubs en zalen in Nederland en België. Na de dood van haar mentor en vriend Tom Pintens was ze toe aan een pauze. Herbronnen doet ze samen met SunSunSun Orchestra van Tim Vandenbergh, die door haar oeuvre grasduinde en eigenzinnige arrangementen maakte van haar liedjes. Wat hen bindt? Muziek mag wel wat schuren.
Na het overlijden van Tom Pintens kon je niet meteen de draad oppikken bij Roosbeef. Is het anders nu hij er niet meer is?
Tom Pintens maakte vijftien jaar lang deel uit van Roosbeef: eerst als producer, later ook als bandlid. Toen hij stierf, hadden we net onze nieuwe plaat Zomer in Nederland uit. Ik kon, of wilde niet meteen een nieuwe Roosbeef-plaat maken. Nu ben ik wel weer aan het schrijven. Vanaf november trekken we het clubcircuit in en treden we op in enkele theaters in Nederland en België.
Tijdens het schrijven duikt Tom heel vaak op in mijn hoofd. Ik merk dat ik heel erg mijn best doe, opdat hij het mooi zou vinden. Los van Tom heb ik prachtige mensen om me heen. Maar natuurlijk zal het anders zijn - een beetje toch. Omdat hij er niet meer is als mens. En als vriend. In alle platen van Roosbeef hoor je Tom. Je kunt hem niet niét horen. Bassist Tim Vandenbergh, die voor SunSunSun Orchestra componeert, hoort het ook: “dat is een Tom-lijntje.”
Een aantal jaren geleden speelde je al samen met SunSunSun Orchestra.
Ja, we traden verschillende keren op in België. Tim Vandenbergh arrangeerde enkele van mijn liedjes voor strijkkwintet. Het voelde zo goed, en daarom vroeg ik hem samen een plaat te maken.
Naast bekende nummers spelen we ook onbekende liedjes, zoals Rattenkop en Hoe je moet leven. Sirene schreef ik toen ik achttien was. Ik wilde het lied nooit meer live spelen met de band, maar Tim heeft er een prachtig arrangement van gemaakt. Het is een ander nummer geworden - nog beter dan de originele versie, vind ik.
Hoewel de liedjes over een brede periode gemaakt zijn, klinkt de plaat als een geheel. Dat komt door de stijl van Tim, maar ook door zijn keuze van de liedjes. Alles past heel goed bij elkaar. Ik noem het een debuutalbum omdat het duidelijk maakt dat het iets nieuws is, los van Roosbeef - ook al herken je de liedjes. Of er nog een album komt met dit project? Dat weet ik niet, ik bekijk alles van plaat tot plaat. Dat kan alleen als ik de noodzaak voel.
Tim van den Berg werkt in uiteenlopende stijlen, van klassiek tot pop. Zoeken jullie samen uit wat bij je liedjes past?
Nee, ik laat hem daar heel graag vrij in. Ten eerste omdat ik in die wereld helemaal niet thuis ben, maar ook omdat ik fan ben van wat hij maakt en hoe hij componeert. Zijn muziek is heel technisch en minimalistisch, dat vind ik mooi. De muzikanten spelen al zo lang samen dat het heel natuurlijk klinkt. We zijn allebei van mening dat niet alles mooi hoeft te zijn. Het mag krassen, en soms zelfs een beetje pijn doen. Daar vinden we elkaar.
Ik mis wel wat lef bij de populaire bands. Het wordt steeds netter, heel beschaafd allemaal. Er is weinig ruimte voor experiment en verschillende stijlen. Natuurlijk is het van alle tijden dat de muziek op de radio wat op elkaar lijkt. Maar het gebeurt steeds vaker.
In je persoonlijke teksten geef je heel wat van jezelf bloot. Of niet?
Soms ga ik daar wel ver in, denk ik. Alsof het mijn plicht is. Dat heb ik altijd gehad - misschien nog wat meer nu ik ouder word. Ik denk dat het wel eens lastig is voor de mensen om me heen.
Ik kan mijn liedjes nooit goed uitleggen, maar eigenlijk wil ik dat ook niet. Naar mijn gevoel stop ik alles, mijn hele zelf in mijn liedjes, en dat is wel genoeg. Op het podium krijg je me helemaal.
Ik weet nog hoe ik, toen ik mijn eerste kind kreeg, absoluut niet wilde dat het alleen maar over kinderen zou gaan. Maar ik kon niet anders dan erover te zingen, want het moederschap is natuurlijk een groot deel van mijn leven. Het brengt allemaal andere gevoelens naar boven, en het voelt natuurlijk om er een stem aan te geven. Ik probeer er op een heel eigen manier mee om te gaan. Op een gegeven moment zal ik er wel over uitgezongen zijn.
De tekst van Ik zal het houden schreef ik net voor ik zwanger was van mijn oudste kind Jackie. Ik wist dat ik kinderen wilde, maar op dat moment had ik nog geen plan om zwanger te zijn. Ik maakte een lijstje van wat ik zou beloven aan een kind. Het was sterk verbonden met mijn kindertijd. Zo vond ik het verschrikkelijk dat mijn vader ’s ochtends plots het licht aanknipte. Maar ook de liefdevolle dingen die ik van mijn ouders kreeg, wil ik doorgeven.
Je treedt op in Nederland en in België. Voelt dat anders?
Ik denk dat er vooral een verschil is tussen culturele centra en popzalen. In de cc’s gaat het er meestal iets rustiger aan toe - en dan hoor je achteraf dat ze het fantastisch vonden.
Hoe langer ik hier woon, hoe minder de verschillen tussen Nederland en België me opvallen. Misschien voelde ik me in het begin onzekerder in België. Dat heb ik nu niet meer, ik voel me hier thuis. En ik schaam me niet meer als Nederlander.
Jullie zijn gewoon iets stiller, al lukt dat ook steeds beter in Nederland. Want ja, dat wil ik wel: dat de mensen stil zijn en naar me luisteren. Zo'n ego heb ik wel (lacht).
Tekst: Lien Vanreusel
Roos Rebergen (Roosbeef) & SunSunSun Orchestra
zaterdag 1 maart - 20.15 uur