Interview: Rosa Butsi

Mijmerend achteromkijken 

Fruitful Days is het eerste album van Rosa Butsi, de band van singer-songwriter Roos Denayer. In haar rustige, pure songs met een jazzy touch blikt ze terug op de voorbije jaren. Samen met Trui Amerlinck op bas en Jordi Geuens op drums reist ze door Vlaanderen. 

Je artiestennaam verwijst naar je Hongaarse oma, die stierf toen je vader nog heel jong was. 

De verhalen die over haar de ronde gaan, spreken tot de verbeelding. Na de Tweede Wereldoorlog had Hongarije niet echt een toekomstperspectief. Toen ze vijf was, werd mijn oma samen met haar broer en zus op een kindertrein naar West-Europa gezet. Ze kwam terecht in een pleeggezin in Halle. Het was de bedoeling dat ze er enkele maanden zou aansterken, maar het werden jaren. Op haar veertiende moest ze kiezen: blijf je hier, of ga je terug naar Hongarije? Ze besloot om haar toekomst in België op te bouwen. Nadat ze snit en naad studeerde, stapte ze mee in de kledingwinkel van mijn opa. Maar eigenlijk had mijn oma veel grotere ambities. Daarom organiseerde ze modeshows en trad ze zelf ook op. Ik vind het wel cool dat ze haar eigen podium organiseerde. Ze zong voortdurend, terwijl niemand anders van mijn familie zo gebeten is door muziek. Muziek is voor mij al even belangrijk, en dat kan alleen van haar komen!

Ik speelde al een tijdje onder mijn eigen naam toen Trui Amerlinck naar mijn eindwerk aan het Conservatorium van Gent kwam luisteren. Ze vroeg me of ik, “please”, een band wilde beginnen met haar, en het klikte meteen. Het voelde wat raar aan om mijn naam te behouden, en dus koos ik Rosa Butsi als bandnaam. Even later raakte ik toevallig aan de praat met Jordi Geuens, een gewaardeerde muzikant. En zo kwam hij op een heel organische manier ook bij Rosa Butsi.

Je album Fruitful Days bundelt tien sprekende momenten uit je leven - sommige droevig, andere heel erg vrolijk.

De geboorte van mijn neefje César was zo’n bijzonder moment. Andere nummers zijn verbonden met mislukte relaties en pijnlijke, maar leerrijke situaties. Een voor een waren die dagen nuttig om te weten wat ik wil in het leven. Op die momenten voel ik van alles opborrelen, dat vervolgens woorden en klanken krijgt. Dankzij mijn muziek kan ik alles een plaats geven.

Mijn teksten zijn eerder metaforische beschrijvingen die in verschillende situaties toegepast kunnen worden. Ik denk dat er een zeker nostalgie uit spreekt die verder reikt dan mijn eigen gevoel. Soms klinken mijn songs troostend, soms heeft ze een zuur randje.

Hoe heb je je eigen stem gevonden? 

Als kind begon ik piano te spelen. Later keek ik van mijn oudste broer af hoe je gitaar speelt en je vingers zet. Ik zong er ook bij, maar dat was aanvankelijk niet met het idee om ermee verder te gaan.

Fruitful Days zing ik in het Engels. Het heeft iets heel intiems om in je eigen moedertaal te zingen. De teksten zijn dan meteen veel duidelijker. Ik zeg niet dat ik nooit in het Nederlands zal zingen, maar ik heb het gewoon nog niet heb aangedurfd. Het moment is nog niet gekomen. Ik heb wel de indruk dat veel meer mensen zich eraan wagen. Samen met mijn vriendin heb ik een vocaal ensemble opgericht waar mee we Franse en Nederlandse volksmuziek van generaties terug zingen - maar dat is toch nog wat anders.

Je volgde een jazzopleiding. Heeft die je muziek beïnvloed? 

Ik ga graag op zoek naar iets complexere klankkleuren, want mijn oren zijn zo getraind. In jazz kun je bijvoorbeeld een noot kiezen die wringt met de harmonie errond. Door die aan te houden, vindt ze vervolgens haar plek tussen alle andere frequenties. Dat vind ik heel interessant. Muziek kun je bovendien op zoveel manieren spelen. Dat komt ook van die jazz-attitude, denk ik. Zo was het wel spannend om te beslissen welke versie op de plaat zou komen.

Maar als ik moet kiezen, gaat mijn voorkeur toch uit naar de singer-songwriters: Joni Mitchell, Nick Drake, Adrianne Lenker … stuk voor stuk zijn het mensen met een mooie stem en heel goede gitaarskills. Hun melodieën zijn uitdagender dan je op het eerste gehoor zou vinden. 

Je zingt ook al enkele jaren bij het mòs ensemble. 

Kobe, de contrabassist van het ensemble, brengt de ideeën aan en vraagt me dan om een zangmelodie en een tekst. Hij schrijft dingen die ik nooit zou schrijven, en omgekeerd: dat is een superfijne samenkomst van aparte muzikale persoonlijkheden. Ik vind het heel leuk om mijn ei kwijt te kunnen in projecten die elkaar bevruchten. Ik werkte ook mee aan de vorige plaat van Douglas Firs, en daar weet GertJan Van Hellemont precies wat hij wil. Ik leerde er veel over sound en gitaarpedaaleffecten. Dat neem ik dan weer mee naar Rosa Butsi. 

Je werd soundtrack-winnares in 2020 en je bent artist in residence in Het Depot. Wat doet dat met je carrière?

Mijn muziek was gewoon altijd bij me, ik toonde ze niet zo heel veel, tenzij aan vrienden en familie. Ik denk niet dat ik doorhad dat ik er meer mee kon doen. Maar het gevoel dat mensen in je geloven, gaf me een enorme boost. De Soundtrack-wedstrijd opende deuren op een moment dat ik niet klaar was om ze zelf open te duwen. En Mike van Het Depot liet me voelen: “jij kan wat, en wij willen je helpen daar iets van te maken”. Het stukje zelfvertrouwen dat ik nodig had om een eigen show en een eigen plaat te maken, heb ik aan hen te danken.

Tekst: Lien Vanreusel 

Rosa Butsi
Fruitful Days

zaterdag 15 maart - 20.15 uur